Gestalttherapie heeft een existentiële, fenomenologische aanpak en is als zodanig ervaringsgericht en experimenteel.
‘Gestalt’ is een holistisch begrip. Het is een geheel met een steeds wisselende beweging tussen voorgrond en achtergrond. Grondleggers van de gestalttherapie zijn Fritz en Laura Perls en Goodman en Hefferline.


In gestalttherapie leer je je bewustzijn te ontwikkelen en jezelf zodanig te ondersteunen, dat storingen van buiten af, of blokkeringen/belemmeringen van binnenuit, niet langer je leven bepalen. Doel is dat er meer innerlijke vrijheid en energie ontstaat voor hoe je met jezelf en je omgeving om wilt gaan. Met andere woorden dat het contact en de wisselwerking tussen jou en de ander geoptimaliseerd wordt. In gestalttherapie wordt er vanuit gegaan dat juist in die wisselwerking je groei ligt.
In het therapeutisch werk wordt begonnen met wat er op dit moment de aandacht vraagt, met andere woorden; wat er op de voorgrond komt in het bewustzijn van jou en de therapeut. Gewoonlijk dient zich dat vanzelf aan en is dat wat het meest belangrijk is. Voor de therapeut kan dat zijn wat het meest opvalt, het meest raakt, wat mist of wat in het achterhoofd blijft hangen. Voor de cliënt kan het een probleem of klacht zijn, een behoefte of verlangen, een herinnering, een moeilijke situatie of een droom.


Als je te vol zit met een onverwerkt verleden, is er geen ruimte voor je bestaan in het hier en nu. Problemen die niet bevredigend onder de loep zijn genomen blijven energie en aandacht vragen in de vorm van o.a. onvrede, onrust, lichamelijke klachten, angsten, overmatige irritatie, onverschilligheid of zelfdestructie.
Steeds gaat het erom dat je vast blijft zitten, opgesloten zit in een manier van handelen, voelen, willen, denken en gedragen, die je ontwikkeld hebt om in moeilijke situaties te overleven, of gewoonweg overgenomen hebt van je ouders.
Het zijn gewoonten, dwangmatigheden, negatieve zelfbeelden, die je in wisselwerking met je omgeving geleerd hebt en die je nu belemmeren in een open contact. In de gestalttherapie noemen we dat gefixeerde gestalten. Lichamelijk zijn deze waar te nemen als strakheid, stijfheid, gespannenheid, benauwdheid, pijn of doodsheid, verdoofdheid en gevoelloosheid.
In de therapie wordt dan ook niet alleen mentaal-psychisch bewustzijn ontwikkeld, maar ook lichaamsbewustzijn. Het gaat erom zicht te krijgen en te voelen hoe je het contact tussen jezelf en de ander onderbreekt, verbaal en non-verbaal. En te leren hoe je dat contact kunt bevorderen. Belangrijk daarbij is dat je ook gebruik leert maken van de positieve bronnen, die je in jezelf en je omgeving beschikbaar hebt.